De meest toonaangevende bedrijven ter wereld zetten zich in voor een nieuwe bedrijfscultuur

De afgelopen drie jaar hebben de medewerkers van Jones Lange LaSalle (JLL) de datacultuur ontwikkeld. Toen COVID-19 toesloeg, heeft hun datacultuur ze geholpen om snel en efficiënt te reageren. De investering van het bedrijf in data-analyse had een rendement van $ 40 miljoen opgeleverd, waardoor het bedrijf de nalevingskosten kon stroomlijnen, de overheadkosten kon verlagen en extra inkomsten kon genereren via nieuwe initiatieven.

Dit artikel, gesponsord door Tableau, is oorspronkelijk gepubliceerd in The Economist.

Toen de premier vanuit Downing Street een lockdown aankondigde voor het hele VK, ging er een gloeilamp uit in de lobby van een flatgebouw aan de andere kant van Londen. Wat ooit een simpele taak voor de gebouwbeheerder was, was ineens een enorm probleem.

De strategen van het grote gebouwbeheerbedrijf Jones Lang LaSalle (JLL) hadden dit voorzien. In de dagen voorafgaand aan de aankondiging begonnen ze hr-data op te halen en deze te combineren met inventarislijsten om te zien waar de voorziening van diensten mogelijk zou worden onderbroken, wat zou kunnen veroorzaken dat managers niet meer de middelen hadden om hun gebouwen te onderhouden. Binnen 24 uur na de aankondiging van de premier legden de strategen van JLL de gebouwbeheerders een plan voor om resources te delen en de voortgang van het werk te waarborgen.

De afgelopen drie jaar heeft Paul Chapman, Global Director of Business Intelligence and Technology van JLL, gewerkt aan de ontwikkeling van een datacultuur bij het bedrijf. "Onze facilitymanagers kunnen de data zelf zien, van de leeftijd van airco-units en de datum voor vervanging tot de kosten per vierkante meter van elke faciliteit". Medewerkers op elk niveau van het bedrijf hebben via een dashboard toegang tot deze data, waardoor ze bij problemen de hoofdoorzaak kunnen achterhalen en hun reactie bepalen.

"Onze facilitymanagers kunnen de data zelf zien, van de leeftijd van airco-units en de datum voor vervanging tot de kosten per vierkante meter van elke faciliteit".

Zelfs vóór de lockdown waren de resultaten significant. De investering in data-analyse had een rendement van $ 40 miljoen opgeleverd, waardoor het bedrijf de nalevingskosten kon stroomlijnen, de overheadkosten kon verlagen en extra inkomsten kon genereren via nieuwe initiatieven.

Maar JLL maakt deel uit van een bredere migratie, aangezien bedrijven over de hele wereld en in verschillende sectoren hun eigen datacultuur willen beheren. Hierbij zullen ze drie specifieke uitdagingen moeten aanpakken.

Twijfelmomenten: een bedrijfsbrede beweging aansturen

Veel bedrijven zien data nog steeds als het unieke domein van de business intelligence-afdeling, ver buiten bereik van de andere afdelingen. Dit perspectief kan zowel de prestaties als het merk van een bedrijf ernstig schaden.

Volgens een recent onderzoek, uitgevoerd door het toonaangevende analyseplatform Tableau, wil de helft van alle kenniswerkers in het VK niet werken voor een bedrijf waar de besluitvorming niet wordt gebaseerd op data. Ze voelen zich aangetrokken tot bedrijven waar ze de gelegenheid hebben om met data te werken en hun vaardigheden te ontwikkelen.

Een sterke datacultuur heeft diepe wortels nodig. Bedrijfsleiders moeten waarborgen dat de besluiten van medewerkers op elk niveau binnen het bedrijf worden gebaseerd op data. Een goede manier is personen onder de aandacht brengen die graag data gebruiken om uitdagingen in hun rol op te lossen. "Op elk niveau binnen ons bedrijf vind je een 'datakampioen'", zegt Simon Beaumont, global director van JLL. "Op elk organisatieniveau zie je dat niet alleen onze analisten datakampioenen zijn. We hebben een concept van zogenaamde 'positieve afwijking', waarmee we mensen die data op een positieve manier gebruiken, in het zonnetje zetten. Die mensen zullen dan actief hun collega's stimuleren en ze vragen hetzelfde te doen".

Oogst wat je zaait: dicht de vaardigheidskloof

Wanneer medewerkers eenmaal betrokken zijn, moet een bedrijf investeren in de juiste trainingen en programma's om een datacultuur te bevorderen. De opzet van een effectief trainingsplan vereist een strategische afweging. Is het te basaal, dan verlies je je momentum. Is het te moeilijk, dan loop je het risico dat je minder datageletterde medewerkers vervreemdt en de verschillen vergroot.

Een onderzoek naar de datavaardigheid van medewerkers is een nuttig startpunt en kan helpen om je inzet voor de ontwikkeling van een bedrijfsbrede datacultuur te benadrukken. De onderzoeksdata kunnen je ook helpen om te achterhalen hoe de verschillende teams data gebruiken. Sommige zijn misschien meer bedreven in het verzamelen van data, terwijl andere mogelijk moeten leren hoe ze inzichten aan collega's kunnen communiceren.

"Training moet niet alleen gericht zijn op technische vaardigheden, maar ook op de visie op data en het bijbehorende verhaal".

"Training moet niet alleen gericht zijn op technische vaardigheden", zegt Chapman. "maar ook op de visie op data en het bijbehorende verhaal". Uit JLL's eigen datavaardigheidsonderzoek is gebleken dat de medewerkers die het meest bedreven waren in het verwerken van cijfers, niet altijd het beste waren in het omzetten van data-analyse in relevante inzichten. "Dat is een heel andere vaardigheid dan het maken van een mooie tabel".

De training zelf kan in vele vormen worden gegeven. Kleine, interactieve groepstraining kan een effectieve manier zijn om medewerkers te leren hoe ze beter inzicht kunnen krijgen in de specifieke data waarmee ze dagelijks werken. Grotere, meer formele trainingen kunnen worden gebruikt om universele richtlijnen op te stellen, zodat iedereen weet welke data privé en welke openbaar zijn, en hoe ze hiermee moeten omgaan.

Blijf groeien: blijf grootschalige verandering ondersteunen

Een sterke datacultuur is nooit af. Wanneer de cultuur volledig is geïmplementeerd, zal deze blijven groeien en mensen ertoe aanzetten om verder te kijken dan hun huidige rollen en nieuwe manieren te vinden om de bedrijfsprocessen te verbeteren.

"Als je zakelijke gebruikers wilt die datageletterd zijn en een datacultuur hebben, moeten ze met een open blik naar data kijken", zegt Beaumont. "Dat betekent dat ze niet naar data moeten kijken om antwoorden te vinden, maar om vragen te stellen en de discussie aan te gaan. Dus we willen ze niet alleen technische vaardigheden bijbrengen voor het gebruik van een dashboard, maar ook hun visie op data stimuleren. Ze kunnen naar een dashboard kijken, een cijfer kiezen en zeggen: ‘Ik ben 97% conform'. Maar eigenlijk willen we dat ze zeggen: ‘Hoe zit het met die 3%? Wat moet ik vragen om echt te begrijpen wat dit cijfer betekent?’

Door deze mentaliteitsverandering kunnen medewerkers de beschikbare informatie zien als aanjager voor verandering, waardoor ze het vertrouwen krijgen om de zakelijke orthodoxie uit te dagen en nieuwe werkwijzen te ontwikkelen.

Maar zelfs wanneer elke medewerker de tools heeft om datagestuurde besluiten te nemen, vereist een echte datacultuur constant onderhoud. Pas als data de aanjager zijn voor de vooruitgang van je bedrijf, kun je tevreden zijn en weer verdergaan.